Nieuwe voorzitter Noodhulp wil niet
alleen op winkel passen
Vervolg van voorpagina
Zelhem - In de jaren '70 van de vorige eeuw nam de 'noaberhulp' nog een veel prominentere plek in dan in de huidige, veel meer op het individu gerichte, samenleving. Met die conclusie komt Niek Willemsen tot de kern van het grootste probleem van de huidige Stichting Noodhulp, want in onze maatschappij moet iedereen zo lang mogelijk zelfstandig blijven functioneren en tot hun pensioengerechtigde leeftijd een betaalde baan hebben.
Willemsen: "Daar komt nog bij dat we in een zogenaamde krimpregio wonen met een steeds groter wordende seniorengroep, zodat er vaker een beroep zal worden gedaan op die hulp. Krimp betekent ook vaak dat er minder geld beschikbaar is, terwijl je juist meer nodig hebt. Gelukkig ziet de gemeente Bronckhorst dat nu ook in. We hebben onlangs overleg gehad met wethouder Peppelman, die in een beleidsnota het probleem had geïnventariseerd. Wat ik daar als één van de belangrijkste voorwaarde heb gemeld, is een behoefte aan structurele financiële ondersteuning. Tor nu toe moeten we jaarlijks subsidie aanvragen en weet je niet of en in welke mate, de subsidie wordt toegekend. Dat maakt het voor ons moeilijk om een meerjarenplan te maken."
Het werven van vrijwilligers is een volgend probleem. Stork: "Gelukkig hebben we een grote groep vrijwilligers, maar een aantal ervan behoort langzaam bij de groep senioren, die zelf hulp nodig heeft. Vooral het werven van jonge vrijwilligers is een probleem. Net gepensioneerden hebben meer tijd en zijn vaak bereid om te helpen."
Willemsen: "Misschien moeten we de jeugd wel op een andere manier proberen te bereiken. De website en het gebruik van sociale media heeft onze aandacht. Wellicht is de jeugd wel bereid om éénmalig te helpen en vinden ze hulp bieden op regelmatige basis wel een probleem. We zullen ze in de toekomst zeker nodig hebben om onze doelstellingen te halen."
Het werven van vrijwilligers is een volgend probleem
De nieuwe voorzitter weet dat hij niet in een gespreid bedje terecht gekomen is en dat van hem verwacht wordt dat hij nieuwe inzichten en oplossingen aandraagt. Willemsen: "Ik ben ook niet iemand, die alleen op de winkel wil passen dus ik verdiep me graag in de problematiek om, zeker samen met anderen, met antwoorden te komen. En met anderen bedoel ik niet alleen mede-bestuurders van de Stichting Noodhulp, maar ook andere organisaties als de 'Smedekinck', 'de Boerderij', 't Nut, 'de Brink', etc. Zo moeten we, vind ik, onder andere ook nadenken over een breder aanbod van activiteiten, want de 'nieuwe' ouderen hebben wellicht een andere behoefte."
Een bezoek aan de website maakt duidelijk dat aanpak en vernieuwing van de site een belangrijke eerste stap zal worden in de digitale ontwikkeling van de Stichting Noodhulp. Mogelijk kun je je over enkele jaren via een app aanmelden voor het bieden van (al dan niet éénmalige) hulp. Willemsen: "Tot het zo ver is, gaan we gewoon door met het bieden van hulp in situaties dat noodhulp nodig is."