Respect voor de inzet van de vrijwilligers

Zelhem - In gesprek met Niek Willemsen en Laura Stork, twee relatieve nieuwkomers in de 'Noodhulp-familie', gaat al snel over hun bewondering voor het werk van de vele vrijwilligers, die zich inzetten voor hun Zelhemse medemens. De één door 'even' mee te gaan naar het ziekenhuis, de ander als maatje, die wekelijks even op bezoek gaat bij een medemens of die wekelijks leiding geeft aan senioren, die samenkomen bij één van de ouderensozen van Zelhem en omliggende woonkernen.

Door Jan Knoef

Niek Willemsen is sinds een half jaar voorzitter. Tijdens zijn arbeidzaam leven had hij weinig oog voor de zorg om de medemens. Willemsen: "Ik had mijn werk in het westen van het land en was daar druk mee. Ik nam me toen wel voor om me na mijn pensionering te gaan inzetten. De Stichting Noodhulp kwam toevallig voorbij in een gesprek met de vorige voorzitter en mijn belangstelling en zeker ook bewondering was gewekt. Een half jaar geleden heb ik de voorzittershamer van hem overgenomen. In de afgelopen periode heb ik de meeste activiteiten van de Stichting Noodhulp bezocht, waardoor mijn bewondering alleen maar gegroeid is."
Stork, die ruim een jaar geleden 'het stokje' van Annie Jansen als coördinatrice overnam en sinds die tijd met college Cilia Beudel probeert oplossingen aan te dragen als hulpzoekenden het mobiele nummer (tel. 06-5176315) bellen. Stork: "Ons telefonisch spreekuur is tussen 9.00 en 10.00 uur, maar we snappen dat problemen zich niet altijd iets aantrekken van tijd. Mensen kunnen ons dus 24/7 bereiken en op de voicemail een bericht inspreken. We bellen dan zo spoedig mogelijk terug. Onze hulp is drempelloos en ik ben er best trots op dat het ons altijd weer lukt om, vaak zelfs binnen enkele uren, hulp te organiseren."

Nieuwkomers Noodhulp aan het woord

Willemsen: "Ik vond en vind het fantastisch dat, al meer dan veertig jaar geleden, een huisarts (dokter Johan de Boer) medestanders kon vinden en activeren tot het opzetten van een stichting om de medemens te helpen. Dhr. de Boer moet een vooruitziende blik gehad hebben, want in de jaren '70 van de vorige eeuw nam de 'noaberhulp' nog een veel prominentere plek in dan in de huidige, veel meer op het individu gerichte, samenleving."

Met die conclusie komt hij tot de kern van het grootste probleem van de huidige Stichting Noodhulp, want in onze participatiemaatschappij moet iedereen zo lang mogelijk zelfstandig blijven functioneren met behulp van het eigen sociale netwerk, terwijl van alle mensen in dat netwerk wordt verwacht dat ze tot hun pensioengerechtigde leeftijd een betaalde baan hebben.