Ruïnelandschap

Herhaling probeer ik bij het schrijven van randberichten te vermijden. Vandaag wijk ik daar van af en ga ik mezelf onbekommerd herhalen. Eigenlijk is het een vreemd uitgangspunt om jezelf niet te willen herhalen. Het leven bestaat immers dagelijks grotendeels uit herhaling. Het is dan vreemd wanneer je niet af en toe over dezelfde onderwerpen schrijft of nadenkt. Daarom een waarschuwing vooraf. Wie mij al langer volgt zal constateren dat ik in 1991, 2000 en 2010 ook al eens sprak over ruïnes.

De aanleiding om dat te doen is wat afgekort het AWLO genoemd wordt. Wethouder Ted Kok laat die term vaak vallen, want hij was voor de zeven samenwerkende Achterhoekse gemeenten verantwoordelijk voor dat Achterhoekse woonwensen- en leefbaarheidsonderzoek. Hij praat er daarom graag over. Dat AWLO geeft nog eens aan dat de bevolking van de Achterhoek zal krimpen en dat er daarom minder woningen nodig zijn. Sommige mensen in Oost Gelre, Winterswijk en zijn eigen Aalten denken daar nog anders over. Die ontkennen liever feiten en willen duizenden woningen bouwen. Maar Ted Kok is een realist. Die laat het visionaire denken graag over aan mensen als Henk Meerdink.

Hoewel er geen angst voor spookdorpen in de Achterhoek hoeft te zijn, dorpen waar niemand meer woont, en het verval gezien mag worden, hoop ik dat we rond 2030 toch de eerste tekenen van ruïnevorming kunnen zien. Landschappen veranderen al valt dat niet altijd meteen op. We hadden al oud en jong ontginningslandschap. Toegevoegd zijn dorpslandschappen, werklandschappen en recreatielandschappen. Uiteindelijk wordt de gehele gemeente Aalten-Dinxperlo (ik gebruik die nieuwe naam alvast) één groot recreatielandschap, want de toekomst van de Achterhoek is dat er alleen gerecreëerd zal worden. Het gebied om te ontspannen tussen grote werklandschappen als Ruhrgebied en Randstad.

Daar horen nieuwe toeristische trekkers bij., zoals een ruïnelandschap. Onzin? Nee, ik heb me er in Zweden van kunnen overtuigen dat het werkt. Daar heb je het gehucht Stenfors. Veel is er niet van over, maar als je daar middenin de rimboe een grote parkeerplaats tegen komt weet je dat er iets te beleven is. Zodoende ontdekte ik fundamenten en hier en daar een restant van huizen en bedrijfjes uit de 19de eeuw. Waarom is het dorpje verlaten? Wat deden ze hier? Het zijn vragen die mijn fantasie prikkelen. Voor de luiere geest waren er informatieborden. Voor de mens die ook nog iets wilde eten was er een barbecueplek. Omdat ik vaker langs Stenfors ben gereden zag ik dat er goed gebruik van werd gemaakt.

Waar komt het Aaltense Stenfors? Hebben we daar nog een visie voor nodig van wethouder of gemeenteraad? Of moet het spontaan ontstaan? In het buurtschap het Klooster staat in ieder geval al een ruïne van een boerderij. Ook kun je er dichtbij in het bos nog iets zien van een klooster, dat er lang geleden heeft gestaan. Misschien is dat daarom wel de beste plek om aan te wijzen als nieuwe toeristische trekpleister en locatie voor een fraai ruïnelandschap.