Brievenbussen

In 1990 schreef ik voor een plaatselijke krant, die drie keer per week verscheen, al een rubriek over natuur. Het was nog letterlijk schrijven, want ik bracht mijn bijdrage in handschrift naar de redactie. Daar werd die netjes overgetypt. Een enkele keer was ik buiten de plaats en dan stuurde ik mijn verhaal met de post naar de krant. Omdat mijn handschrift zelfs voor mijzelf niet altijd goed leesbaar was, typte ik weldra mijn bijdragen zelf over. Bij de krant werden ze echter nog steeds overgetypt en in hun systeem gezet.

Enkele jaren later had ik mijn eerste computer. Maar mijn systeem sloot niet aan op dat van de krant. Nog steeds bezorgde ik mijn bijdragen, dit keer uitgeprint, bij de redactie. Pas vele jaren later, ik schreef inmiddels voor een regionale krant, kon ik mijn columns op een floppy aanleveren. Dat heb ik vele jaren gedaan, totdat ik mijn verzinsels per elektronische post kon versturen. Inmiddels had ik mijn eerste schootcomputer en een mobiele telefoon, waardoor zelfs vanuit Zweden mijn wekelijkse bijdrage op de goede plek aan kwam.

Het randbericht zet ik tegenwoordig rechtstreeks in het systeem van Aaltens Nieuws op de goede plek op pagina drie. Heel handig allemaal. Het is een voorbeeld van hoe veel er is veranderd tijdens mijn leven. In de eerste helft daarvan speelden de computers slechts op de achtergrond een rol. Om mijn betalingen te verrichten verstuurde ik per post overschrijvingsformulieren naar de bank. De postbode bezorgde kascheques, zodat ik contant geld kon opnemen bij het kantoor. Ook waren er de betaalcheques waarmee ik een boek of langspeelplaat kon betalen.

Als ik met vrienden van gedachten wilde wisselen ging ik bij ze op bezoek of schreef ze een brief. De brievenbus speelde een centrale rol in mijn bestaan. Waar ik ook was, elke dag stopte ik ergens iets in een bus. In mijn schoudertas bevond zich altijd een schrijfblok, met daarin enveloppen en een velletje postzegels. Voor korte berichten had ik briefkaarten en ansichtkaarten. Het schoot me allemaal weer door het hoofd toen ik in de krant op het wereldwijde web las dat er veel brievenbussen gaan verdwijnen in de Achterhoek. Ik voelde me meteen schuldig, want hoe vaak stop ik nog iets in een brievenbus? Niet vaker dan eens per maand.

Snel daarna besefte ik dat ik veel gelukkiger was in de tijd dat de brievenbus nog centraal stond. Als je met de hand schrijft denk je beter na over de inhoud. Als je een brief stuurt krijg je niet meteen per omgaande een reactie, waarop ik dan weer meteen moet reageren. Kortom, het bestaan was dertig jaar geleden rustiger. Ik wil er naar terug. Geen e-mails, sms-jes en whatsappjes meer voor mij. De mobiele telefoon wordt afgeschaft. Voortaan ben ik alleen nog bereikbaar per post. Ook het internet schaf ik af. Mijn betalingen verricht ik weer via papieren overschrijvingskaarten. Als ik dat nou eens niet alleen doe? Als u hetzelfde doet maken we nog de tijd mee dat er weer meer brievenbussen moeten worden geplaatst.