Nat

Het was de week van de verkeerde inschattingen in Aalten. Ook mij overkwam dat vrijdagmorgen. Als fietser hield ik doorgaans buienradar wel in de gaten. Het heeft er laatst toe geleid dat ik op het allerlaatste moment besloot niet naar een bijeenkomst van de gemeente te gaan, omdat het zou donderen, bliksemen en stortregenen. Dat gebeurde daarna niet, waardoor ik met een enigszins tweeslachtig gevoel thuis zat. Daarom kijk ik sindsdien niet meer op dat elke minuut veranderende buienpatroon. Ik vertrouw meer op mijn gevoel.

Mijn gevoel zei vrijdagmorgen dat het wel goed zat. Ik had het weerbericht globaal gevolgd via de radio en had de indruk gekregen dat het pas in de loop van de middag zou gaan regenen en onweren. Misschien heb ik met een half oor geluisterd of dacht ik dat de Achterhoek in een ander deel van Nederland lag, een vergissing die ik tegenwoordig vaker bespeur bij de burgemeesters van de Achterhoek. De werkelijkheid verlies je dan snel uit het oog. Dat heeft dan wel weer het voordeel dat ook ik vol vertrouwen op weg ging naar het westen.

In de buurt van Obelink, wellicht de meest befaamde plek in de Achterhoek, vielen er enkele druppels. Dat verontruste me nog niet. De temperatuur was nog steeds aangenaam en de enkele druppel uit de lucht was goed in verhouding met de enkele zweetdruppel die van mijn aangezicht parelde. In de buurt van Miste kon ik aan het geruis in het bosje horen dat het iets harder was beginnen te regenen. Ik zag het fietspad wat donkerder kleuren, maar het verontruste me nog steeds niet. Pas in Aalten op de Zwanenbroekweg begon het echt hard te regenen. Zelfs de essen langs die weg zorgden niet meer voor enige vertraging van het neerdalende water.

Wat doe je als je een afspraak om half tien hebt, geen regenkleding in je fietstas hebt en in enkele minuten door en door nat ben geregend? Omkeren en de afspraak alsnog afzeggen? Ik fietste door en ontweek zelfs enkele stevige donderslagen. Eenmaal in Aalten was de stortregen weer over gegaan in gedruppel. Bij het gemeentehuis werd ik vriendelijk ontvangen. Een van de bodes deed meteen de deur open en zei dat ik beter binnen kon komen, want daar was het droog. De burgemeester die me had aan zien komen deed op de eerste verdieping een raam open en suggereerde dat een regenjas misschien toch wel handig was geweest.

In de hal droogde ik me af met een handdoek, die nog als zweetdoek in mijn fietstas had gezeten. Meteen werd me ook een kop koffie aangeboden. Gezicht en haar werden door de handdoek iets droger, maar intussen zag ik al wel een plasje bij mijn voeten ontstaan. Ik mocht daarna meteen doorlopen naar wethouder Ted Kok met wie ik zou praten over de Slingeplas. Water was het thema deze vrijdag. Hij lachte me vriendelijk toe en ik mocht zelfs een van de stoelen op zijn werkkamer nat maken. Hij keek ook nog op zijn slimme telefoon. "De grootste bui is er inmiddels wel langs gegaan." Helaas, op de terugweg belandde ik opnieuw in een stortbui. Omdat ik toch al nat was, fietste ik er glimlachend doorheen. Een volgende keer blijf ik echter liever droog.