Het bankje aan de rand van de Barlose es. Foto: Bernhard Harfsterkamp

Het bankje aan de rand van de Barlose es. Foto: Bernhard Harfsterkamp

Vanaf een bankje

Op de Barlose es

Door Bernhard Harfsterkamp

AALTEN – De bolvormige essen vallen overal op in het oude hoevenlandschap in de Oost-Achterhoek. Ze liggen duidelijk hoger dan de directe omgeving, zodat er wanneer er een weg over de es of esrand werd aangelegd, er vaak enig hoogteverschil overbrugd moest worden. Dat is zeker het geval bij het bankje op de Barlose es. Van rechts zie ik diverse fietsers voorbij komen, die zich even moeten inspannen. Het lijkt hier wel een heuvel die beklommen moet worden.

Mensen die het vlakke land gewend zijn vinden al snel iets een heuvel. Als ze willen overdrijven hebben ze het zelfs over een berg. Voor een wielrenner is het echter niet meer dan vals plat. Van dat enige inspanning vragende vals plat zien we in de gemeente Aalten meer voorbeelden. Ook in de dorpskern van Aalten zijn die hoogteverschillen nadrukkelijk bespeurbaar. Ze zijn lang geleden ontstaan in de tijd van de ijstijden. De Rijn die in die tijd nog bij Aalten stroomde heeft daar een rol bij gespeeld. Langs het diepe dal van de rivier ontstonden rivierduinen, die de basis vormen van de "heuvels". Na de periode van de ijstijden was er ook nog een periode waarin zand werd opgestoven tot dekzandruggen. De eerste mensen die daarna rondom Aalten verschenen vestigden zich op die hogere delen in het gebied.

De Barlose es was een van die hogere delen. In de ondergrond van alle essen in Aalten zijn sporen van die eerste bewoners te vinden. Vaak gaat het om potscherven, maar als een es zou worden afgegraven is het niet onwaarschijnlijk dat er sporen van de oudste boerderijen worden gevonden. Die essen zijn dankzij de mens nog hoger geworden. Ze kozen deze hoge droge gronden uit voor hun akkers. Erg vruchtbaar waren ze nog niet. Voor de bemesting werd het potstalsysteem ontwikkeld. Het vee graasde op de woeste gronden, op de heide en in de bossen. 's Nachts ging het op stal en konden ze poepen op de heideplaggen , die er in gebracht waren. Als de plaggen met mest verzadigd waren, werd er een nieuw laag plaggen in gebracht. Dit herhaalde zich een aantal keren, waarna de "mest" op het bouwland werd gebracht. Dat werd daardoor ongeveer één millimeter per jaar hoger. Bovenop het oorspronkelijke witte zand ontstond daardoor na vele eeuwen een dik pakket zwarte grond. Aan het bewerkelijke bemestingssysteem kwam een eind toen de kunstmest werd uitgevonden.

Vanaf het bankje is de bolvorm goed te zien. In de verte zie ik bomen, waarvan alleen een deel van de boomkronen zichtbaar is. Ze groeien in de lagere delen naast de es. Een es heeft vaak een steile rand al kan die in de loop der eeuwen behoorlijk zijn afgevlakt door erosie of omdat de mens dat heeft gedaan. De Barlose es is een van de opvallendste grote essencomplexen. Daarom is het onderdeel van het Nationaal Landschap Winterswijk geworden. De westgrens loopt langs de Hameland- en Twenteroute, maar nabij Barlo wordt een klein deel daarnaast mee genomen. Waarom dan ook niet meteen het Aaltense Goor dat iets verderop ligt? Of heel Barlo en Dale, het inmiddels befaamde patrijzengebied.

Vanaf het bankje zijn geen bloemrijke akkerranden te zien, die zo belangrijk zijn voor de patrijs. Voor me zie ik alleen bloeiende aardappelvelden. Maar ik weet dat er verderop op de Barlose es wel enkele van die randen aanwezig waren. Tot zo'n veertig-vijftig jaar geleden zou ik hier alleen roggevelden hebben gezien. Rogge zie je niet veel meer op essen. Tegenwoordig zie je vooral Engels raaigras en maïs. Soms zijn er aardappels en lelies en zelfs boomkwekerijen. Van mij mag het wel weer wat vaker graan worden, het liefst met enkele aardige kruiden als korenbloem, kamille en klaproos. Zo'n indrukwekkende es als de Barlose es zou er nog aantrekkelijker door worden.

Langs de esrand een weggetje met eiken. Foto: Bernhard Harfsterkamp
Geen rogge meer, maar bloeiende aardappels op de es. Foto: Bernhard Harfsterkamp