De blikjesman

De meeste bankjes liggen er netjes bij. Het materiaal waarvan ze gemaakt zijn en de ouderdom wil wel eens verschillen, zodat de uitstraling verschilt van antiek tot modern en van hout tot steen. Toch tref ik een enkele keer een puinhoop aan. Er is dan een picknick of een drinkgelag gehouden, dat blijkbaar plotseling afgebroken moest worden. Tijd om op te ruimen was er niet meer.

In mijn fietstas zitten standaard vuilniszakken, want een enkele keer kan ik die rommel echt niet verdragen. Zeker niet als ik op een bankje wil gaan zitten. Ik ga dan even in de opruimmodus. Toen ik laatst één bierblikje op een bankje zag staan, deed ik dat niet. Daar kon ik nog wel plaats nemen. Maar terwijl ik een foto voor mijn rubriek maakte, besefte ik dat het vast niet gepast is om bij een educatief artikel een foto te plaatsen van een alcoholisch genotmiddel. Daar maken we geen reclame voor.

Daarom liep ik naar het bankje om het lege blikje te verwijderen. Terwijl ik het oppakte bleek het niet leeg te zijn. Het volle blik ging in de fietstas mee naar huis, waar ik het in de koelkast zette. Later op de dag dronk ik het op. Mijn huisgenoot vond dat onverantwoord. "Misschien is er wel gif in gespoten." Ik leef nog, dat viel wel mee. De smaak was ook nog goed. Het was zeker geen blikje dat al weken lang in de hitte op dat bankje had gestaan.

Terwijl ik het blikje naar de afvalcontainer bracht, zag ik dat er met een stift een telefoonnummer op was geschreven. Waarom zou iemand dat doen? Om een nummer van een ander vast te leggen? Nee, dit was een nummer dat gebeld moest worden. "Eindelijk iemand die belt", zei een man, die de telefoon opnam. Hij stelde zich voor als de blikjesman en wilde mij ontmoeten, want hij wilde zijn verhaal vertellen. Dat deed hij de volgende dag op het bankje, waar ik het blikje had gevonden.

De man leefde van blik. In de zomer was hij overal op festivals te vinden. Maar alleen in Europese landen waar statiegeld op blik bestond. Hoewel hij van muziek hield, was hij vooral bezig met het inzamelen van de blikjes die de festivalgangers achter lieten. Statiegeld is mooi, maar de gemiddelde festivalganger was er niet mee bezig. Die liet het blikje vallen als het leeg was. Hij raapte het op. Zijn vrachtwagen kon hij er mee vullen en van de opbrengst kon hij enkele weken leven. Maar hij werd ouder. Hij verlangde steeds vaker terug naar de buurtschap Dale, waar hij was geboren. "Als ik nou eens geld dichter bij huis kon verdienen." Ik suggereerde alle Nederlandse blikjes in Duitsland in te leveren. Maar dat kon niet, de Duitse machines accepteerden geen Nederlands blik.

"Ik wil graag dat ook jij voortaan volle blikjes op bankjes gaat zetten. Dat mag bier zijn, maar een frisdrank vind ik ook prima. Vergeet niet je telefoonnummer er op te zetten, want er komt een moment dat iemand je belt. Je geeft dan mijn boodschap door: statiegeld op blik moet!" Daarom ga ik voortaan met enkele volle blikjes op pad, want ik gun het de blikjesman dat hij in de toekomst zijn inkomen dichter bij huis bij elkaar kan sprokkelen. Maar misschien is het wel net zo handig het op deze plek te vertellen: statiegeld moet!