Burgemeester Stapelkamp bij de bekendmaking van de uitslag van verkiezingen voor de gemeenteraad, die hij nu een spiegel voorhoudt. Foto: Bernhard Harfsterkamp
Burgemeester Stapelkamp bij de bekendmaking van de uitslag van verkiezingen voor de gemeenteraad, die hij nu een spiegel voorhoudt. Foto: Bernhard Harfsterkamp Foto:

Burgemeester houdt gemeenteraad een spiegel voor

'Overweeg om naam gemeente in Aalten-Dinxperlo te veranderen'

Door Bernhard Harfsterkamp

AALTEN – Tegenwoordig is het gebruikelijk dat burgemeesters na de eerste honderd dagen in hun nieuwe gemeente hun eerste ervaringen met eventuele aanbevelingen voorleggen aan de gemeenteraad die hem of haar heeft geïnstalleerd. Dat gebeurt in de vorm van een korte notitie, met een toespraakje in een gemeenteraadsvergadering of met een filmpje. Burgemeester Anton Stapelkamp heeft gekozen voor een uitgebreid verslag van zijn eerste honderd dagen. In 'Bevindingen van een butendieker' geeft hij een aantal duidelijke aanbevelingen hoe de gemeente beter bestuurd kan worden en hoe 'oud zeer', waarop hij regelmatig stuitte, kan worden weggenomen. Stapelkamp wil zijn bevindingen met de raad bespreken.

Onverbloemde weergave
Stapelkamp spaart de politici van de gemeente, waar hij op 22 december is geïnstalleerd, niet. Sinds zijn aantreden heeft hij niet alleen met de plaatselijke politici en ambtenaren kennis gemaakt, maar ook met vele bewoners. Daarvoor gebruikte hij onder andere de gesprekken tijdens de etentjes, waarvoor hij zichzelf had uitgenodigd. Tijdens die eerste honderd dagen was hij nog 'butendieker', zoals ze in zijn vorige gemeente Kapelle buitenstaanders noemen. Daardoor keek en luisterde hij met een onbevangen blik en oor. Stapelkamp beseft dat het in zijn verslag geschetste beeld subjectief is, "maar wel gebaseerd op ondertussen tientallen gesprekken". "Misschien niet helemaal Achterhoeks maar meer Rotterdams (Stapelkamp komt oorspronkelijk uit deze stad – redactie) heb ik ervoor gekozen om de dingen die ik hoorde, las en tegenkwam onverbloemd op te schrijven." Hij heeft daarom ook door het vaak geuite 'jao, joa' heen proberen te luisteren.

Oud zeer over herindeling
Het meest opvallend voor Stapelkamp was dat er nog veel 'oud zeer' bestaat. Dat is er nog steeds rondom de samenvoeging van Aalten en Dinxperlo tot één gemeente. "Ik mag mijn inwoners niet toespreken met de naam van de gemeente, want de aanhef 'Beste Aaltenaren' maakt veel inwoners van Dinxperlo nog steeds boos. " Over de onvrede ontstaan bij de gemeentelijke herindeling wordt niet open en openlijk gesproken, maar wel aan de bar en keukentafel. "Het speelt in het achterhoofd mee in tal van discussies in de raad." Stapelkamp ziet het zelfs terug in de uitslag van de gemeenteraadsverkiezingen, want de opkomst in Dinxperlo was lager dan in de rest van de gemeente. "Die herindeling heeft wonden gelagen die nog steeds niet geheeld zijn", schrijft hij. Daarom vindt hij dat Aalten en Dinxperlo toe zijn aan een relatietherapie. Als oplossing stelt hij voor om in 2020 als de herindeling vijftien jaar een feit is aandacht te besteden aan 'wat het heeft gekost en wat het heeft opgeleverd'. Hij suggereert dat de gemeenteraad op 1 januari 2020 de naam zou kunnen veranderen in Aalten-Dinxperlo. "Dat zou een mooi gebaar van verbinding en verzoening zijn." Stapelkamp geeft daarbij aan dat er ongetwijfeld meer goede en creatieve gebaren zijn te bedenken.

Teveel bezig met details
Ook in de gemeenteraad valt het de burgemeester op dat er 'oud zeer' aanwezig blijft. "De bestuurlijke crises van de afgelopen jaren, de houding van met name de grootste partij in de raad in het verleden en de negatieve toon die men geregeld onderling aanslaat heeft de verhoudingen onder druk gezet", schrijft Stapelkamp. Hij hoopt dat dit met de recente vernieuwing van de raad, een derde van de oude leden is niet teruggekeerd, verandert. Als Stapelkamp naar het functioneren van de raad kijkt vindt hij die nog 'vrij monistisch'. In 2002 is het dualisme in gemeenteland ingevoerd. De wethouders maakten daarna niet langer deel uit van de gemeenteraad. De bedoeling daarvan was dat B en W zich vooral bezig zou houden met de uitvoering van beleid, waarvoor de raad de kaders heeft aangegeven. Daarna controleert de raad of B en W dit goed doet. De praktijk is echter dat nog steeds veel door B en W samen met het ambtelijk apparaat wordt bedacht en dat de gemeenteraad vooral reageert. Stapelkamp vindt dat de raadsleden daarbij te veel op de stoel van B en W gaan zitten en zich te veel met details over de uitvoering bezig houden en te weinig aansturen. Lees verder op pagina 3