Vreugdedans

Ze danst al maanden, pakt zomaar na het eten ineens het podium in de woonkamer. Wanneer wij vermoeid uitbuiken haakt zij zich vast in melodieën om vervolgens in te haken met denkbeeldige vriendinnen. "En hier doe ik even niks", zegt ze tijdens een instrumentaal deel in een van de hippe popsongs die we inmiddels dromen kunnen. "Dat moet mij ook nog lukken", denk ik, waarna ze abrupt een choreografie inzet die ik met geen mogelijkheid ooit zal beheersen.

Gut, wat ben ik trots. Wat zal ik morgen tijdens de uitvoering enkel haar zien in het gezelschap, van binnen hoge kreetjes slakend van enthousiasme en vervoering. Wat zal ik filmen en met mijn scherm het zicht belemmeren voor andere aanwezigen. Me verwonderen over dat lichtvoetige gehuppel terwijl ik wegzak in een campingstoel die vermomt is als theaterfauteuil. Aan de rand van de belijnde gymvloer, voor even de piste in onze plaatselijke sporthal.

Meestal is het danspaleis een zweethok voor de lokale bevolking, maar eens per jaar een glorieus droompodium voor mijn jongste. Een fladderig meisje met volwassen lipstick dat zich in dat ene jaarlijkse moment op Broadway waant. Tussen de optredens door in een verwassen jasje van de vereniging gestoken waardoor ze lijkt op Olivia Newton John in de slotscène van haar grootste succes, met vriendinnen in eenzelfde tenue als een kliekje om zich heen. Onoverwinnelijk ritmisch en eeuwig jong.

Oh ja, ik zat vroeger ook op dansen. Maar zelfs mijn haren dansten niet zoals de hare. Mijn moves sloten beter aan bij die van haar oudere zus; aards en nuchter en met een humoristische inslag waar we op het eerste gezicht vooral zelf van genieten kunnen. "Ze krijgt vast later een vriend met een sixpack", zei mijn oudste me laatst intens serieus, "ze is zo knap." Verbaasd wist ik in mijn verstomming niet of ik haar eerst moest uitleggen hoe beeldschoon ze zelfs wel niet is, of dat de gemiddelde vriend meestal niet beschikt over een sixpack. "Wat lief", stamelde ik volgens mij, niet in staat de juiste woorden te vinden voor dit uit zijn voegen barstende gevoel van trots.

Het overvalt me de laatste tijd wel vaker hoor, zo tussen boterham en stroopwafel door, dat ik om me heen kijk en ineens zie wie ze aan het worden zijn. Hoe ze immens oogverblindend langzaam plaatsnemen in hun eigen vel en zichzelf glorieus accepteren. Mijn kleine groot geworden wonderen, twee meisjes die zo van de wereld schrokken dat ze deze eerst wekenlang hebben uitgejouwd. Zo stil tevreden als ze nu zijn, knutselend en iPaddend. Zichzelf aan het wordend.

Toen ik laatst vanuit het niets zo niet te bedwingen trots op ze was dat ik het zomaar hardop uitsprak, keek de oudste me verdwaasd aan en zei: "Oh, jij bent ook echt een moeder hè?!" Werkelijk, een groter compliment had ze me niet kunnen maken. Ja, dat ben ik. Die van jullie. En ik kan jullie hebben, met al jullie liefde, eerlijk- en beeldschoonheid, hangende armen, opwaartse glimlachen, visies over sixpacks en zelfs, ja zelfs met het schaamrood op jullie prachtige kaken als ik vreugdedans om jullie bestaan.