'Wi-j stoat hier op heilige grond, moar woar in Grolle, he'j no gin heilige grond?'
Vervolg van de voorpagina
"Het lied is in de jaren 80 geschreven door Anne Marie Broshuis, in opdracht van 't Kopper, en moest destijds dienen als afsluiting van de carnaval. Het lied is later pas gepromoveerd tot het Knunnekesclublied." Aldus Rik Gockel van de werkgroep Muurgedichten Groenlo, vlak voordat de schrijfster van het lied samen met Knunnekespresident Maarten Kooiker het koord mag doorknippen om het deel van de tekst te onthullen dat door kunstenaar Jan Ruikers op de muur is geschilderd van The Temple Bar, onderdeel van City Lido.
Anne Marie voelt zich vereerd. "Dank je wel voor deze eer. Extra mooi omdat het Knunnekeslied op de gevel van het Knunnekeshoes prijkt." Terechte trots volgens Gockel. "Je bent hierbij Ferry voorbijgestreefd. Ferry schrijft al tientallen jaren kranten vol, maar het was hem nog niet gelukt om op een muur terecht te komen. Kranten gooi je weg, muurgedichten gaan een stuk langer mee." Anne Marie Broshuis is geen onbekende binnen het mannenbolwerk De Knunnekes. In de jaren 70/80 was zij samen met Jan Roerdink de schrijfster van Knunnekes-klassiekers als 'De veugeltjes op de Halve Moane', 'Mien opa kwam oet Spanje', 'Mina oet 't Laantje van Lasonder' en 'Spieker in de Wilhelminabank.'
14de Muurgedicht
Het idee voor het 14de muurgedicht, wederom een stukje binnenstadsverfraaiing, is alweer van een tijd geleden, laat Gockel weten. "Twee en een half jaar geleden was het toenmalig president Rob Stokkers die me vroeg of het misschien een leuk idee zou zijn dit Knunnekeslied als muurgedicht ergens op een gevel in Groenlo te plaatsen. Daar stonden wij wel voor open. Ook dankzij Erwin de Roo van City Lido is dit mogelijk gemaakt. De muurgedichten worden zeer gewaardeerd, niet alleen door Grollenaren maar ook door bezoekers. Mensen kunnen met gids een rondleiding boeken. Een mooi rondje Groenlo. Zie ook www.grolsegedochten.nl." Inmiddels wordt alweer gewerkt aan de oplevering van het 15de muurgedicht. "Deze is van de hand van niemand minder dan Jules Deelder. Begin juni komt hij hoogstpersoonlijk naar Groenlo om dan zijn eigen gedicht voor te dragen."
Na de onthulling van het muurgedicht verplaatst het gezelschap zich naar binnen om het verjaardagsfeest voort te zetten en alvast een kijkje te nemen in de kelder van City Lido, waar het Knunnekes carnavalsmuseum gevestigd gaat worden.
'Een daverend alaaf'
Iets eerder op die avond: elf over half zeven, een tachtigtal Knunnekes verzamelen zich op de Houtwal bij het monument 'Een daverend Alaaf,' dat de Knunnekes ter gelegenheid van het 44-jarig bestaan de Grolse bevolking aanboden. "Mooie gekken, mooi da'j d'r allemoale bunt. Boeten 't seizoen, moar wal binnen de grachte", opent president Maarten Kooiker vanaf een houten kratje het feestelijke Knunnekes-onderonsje.
Plaquette op geboorteplek
Na een plopmoment op het 55-jarig jubileum, met de laatste Knunnekesjubileumbeugels, verplaatst het gezelschap zich naar de Nieuwestraat, naar het pand Wolters-Kristen, de plek waar op de kop af 55 jaar geleden carnavalsvereniging De Knunnekes officieel werd opgericht. Toen stond op deze plek hotel-café de Pelikaan. "Wi-j zoll'n eigenlijk langs de gracht en wal lopen, zoals in het clublied steet, moar vanweage 't slechte weer goa'w rechtstreeks noar de Ni-jestroate." De talloze regendruppels doen dienst als natte confetti. Het deert het feestneuzengezelschap geenszins en mag de pret niet drukken. Namens 't Kopper voert Herman Oosterholt het woord. "Wi-j stoat hier op heilige grond, moar ja, woar in Grolle, he'j no gin heilige grond? Het dut ons deugd dat onze allereerste veurzitter Jan Ankoné d'r ok is." Ankoné krijgt de eer samen met Cees van de Zand, beiden mede oprichters van De Knunnekes, de koperen plaquette te onthullen die aan het gebouw bevestigd is.
Zowel het muurgedicht als ook de plaquette geven een stukje Grolse trots weer. Op zowel het heden als verleden.
www.knunnekes.nl